Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Een psalm] van David. Ik zal U loven met mijn gehele hart; [1]in de tegenwoordigheid [2]der goden [3]zal ik U psalmzingen. 1. Hebr. tegenover, of voor. 2. Dat is, koningen, prinsen, vorsten, gelijk onder vs.4. Zie hfdst.82 vs.1,6, en hfdst.119 vs.46. Anderen verstaan hier door de goden de engelen Gods, die zich ook in de verzamelingen der gelovigen laten vinden; 1 Kor.11;10. 3. Te weten, zonder schroom of vrees.